Tagarchief: Boefje

Gewicht van een kat

LucyHet gewicht van een kat kan tussen de seksen en rassen sterk verschillen. Maar wat is een gezond gewicht van een kat? Wanneer is er sprake van ondergewicht? En wanneer van overgewicht? En hoe kan je het gewicht van een kat het beste meten? Dat zijn vragen waar in dit artikel over gewicht van een kat antwoord op zal worden gegeven.

Gemiddelde gewicht

Boefje en LucyIn het artikel over groei van een kitten is te lezen dat een kat tot ongeveer 12 maanden in de groei is. Maar hoewel een kat met 12 maanden qua lengte volgroeid is, wordt hij qua gewicht nog duidelijk zwaarder. Dit komt door versterking van de spieren en botten. Een gemiddelde poes met een gezond gewicht wordt zo’n 3.2 kg. Een gemiddelde kater met een gezond gewicht wordt zo’n 4.1 kg. Naast geslacht is het gewicht echter ook sterk afhankelijk van ras. Deze gemiddelden gelden dan ook voor de gewone huis-tuin-en-keuken-kat. Zo zal de Siamees of Oosters korthaar lichter uitvallen en de Brits korthaar of Maine Coon zwaarder.

Gewichtscurve

In onderstaande curve is de variatie in gewicht van een kat per geslacht te zien. Deze curve is toepasbaar voor de gewone huis-tuin-en-keuken-kat.Gewicht kat

Lees verder

Wetenschap: Huiskatten zijn maar half gedomesticeerd

Boefje buitenTerwijl onze huistijgers vredig liggen te spinnen op onze schoot bevinden we ons in de waan dat onze harige huisgenootjes volledig gedomesticeerd zijn. Maar niets is minder waar. Onderzoek van de Universiteit van Washington wijst uit dat onze geliefde huiskat genetisch gezien nog maar weinig verschilt van zijn gevaarlijk wilde voorouders. Huiskatten zijn maar half gedomesticeerd.

Zo’n 9000 jaar geleden begonnen mensen (van) katten te houden. Mensen gingen katten houden om hun oogst te beschermen tegen de vernietigende invloed van knaagdieren. Maar niet elke wilde kat was hiervoor geschikt. Twee bijzondere eigenschappen maakten een kat een goede huis-tuin-en-keukenjager. Allereerst was een laag niveau van angst vereist. Dit lage niveau van angst zorgde ervoor dat de katten minder bang waren voor mensen en zich dus in de omgeving van mensen durfden te bevinden. Ten tweede was een gevoeligheid voor beloning vereist. Deze gevoeligheid voor beloning maakt conditionering mogelijk. Met behulp van conditioneren konden de katten met beloning in de vorm van eten in de omgeving van de mens gehouden worden.

Boefje buitenVervolgens deed de evolutie zijn werk. De relatief dappere en beloonbare katten die in de omgeving van de mens leefden plantten zich met elkaar voort. Met andere woorden, er vond genetische selectie plaats op basis van voor mens en kat handige eigenschappen. En langzaamaan werd daaruit de relaxte huiskat geboren. De huiskat die nu op je schoot ligt te spinnen en die je naar binnen kunt roepen met wat kattenmelk.

Desondanks wijkt het genoom, dat is het geheel van erfelijke informatie, DNA, in een cel, van de huiskat maar minimaal af van dat van de wilde kat. Naast de genen voor eigenschappen van een laag niveau van angst en een gevoeligheid voor beloning wijken alleen de genen voor de vachtkleur nog af van de wilde variant van je staartige maatje. In alle andere opzichten staat de huiskat nog dicht bij de wilde kat. Wat betekent dat voor jou en je harige huisgenootje? Laat hem lekker spelen, jagen, krabbelen en bijten met daarvoor bestemde materialen. En… always watch your back, ;)!

Het gehele wetenschappelijke artikel is te lezen in het wetenschappelijke tijdschrift PNAS.

In Memoriam: Phoibe

Lieve Phoibe,

*6 maart 2013 te Groningen – †27 oktober 2014 te Utrecht

Wat een knap poesje was je. Toen ik je op Marktplaats zag was ik op slag verliefd. Ik noemde je Phoibe. Die heeft in de Griekse mythologie de macht over de maan. We zijn je gaan halen op 4 mei. Helemaal uit Groningen. Daar leefde je de eerste weken van je leven met moeder Shiva en je 2 broertjes en 1 zusje, Qismo. Je was de dondersteen van het nest. Oh, oh, wat een energie. Als je nestgenootjes wilden slapen dook jij er nog even boven op. Ik nam je mee in de auto. We zaten samen achterin. Na wat gemieuw viel je al snel in slaap. Je was zo klein. Je paste op een hand. De dierenarts wilde je zelfs niet enten omdat je zo klein was. Eenmaal thuis liet ik je aan Boefje zien. Die moest niets van je hebben. Na zo’n 8 maanden privéaandacht peinsde hij er niet over om die met je te delen. Maar al gauw legde hij zich bij de situatie neer. Je hebt toen flink wat te verduren gehad. Hij moest namelijk zijn plaats in de hiërarchie wel veilig stellen. Jij verweerde je echter kranig met je kleine lijfje. Je liet je nooit afschrikken. Door niets en niemand. Waar Boef over ging tot ‘flight’, ging jij over tot ‘fight’. Stiekem mochten jullie elkaar al direct. Jullie vulden elkaar perfect aan. Jullie speelden met elkaar. Het was zo’n gek gezicht: Grote Boef achterna gezeten door kleine Fieps. En als jullie moe waren sliepen jullie samen. Soms wilde Boefje even rust. Maar die gunde je hem niet. Geheel onschuldig ging je dan spelen met zijn staart. En Boefje liet het toe terwijl hij je met een schuin oog observeerde. Ja, Boefje was gek op je. En ik ook. Omdat jij zo gek was op iedereen. Mijn lieve kleine Phoibe. Wat had je een levenslust. Wat had je een energie. Wat was je alert. En zo slim. Zó slim. Je probeerde op de wc te plassen. Je kon een stokje gebruiken om een speeltje onder de kast vandaan te halen. Je herinnerde je als een eekhoorn zo precies waar je alles had gelaten. Je had vanuit jezelf zo’n bijzondere energie. Zo’n drive. Je kon jezelf uren vermaken met spelen. Je verzon steeds nieuwe dingen om je spel interessant te houden. En je hield van apporteren. Dan gooide ik iets weg en ging jij het halen. Als je het dan in je bek had riep ik “Kom maar!”. En dan kwam je. Ik noemde je altijd “perfecte poes”. Een poes zoals de natuur het bedoeld heeft. Zo op en top in vorm. Je vacht glom, je ogen glansden, je conditie geweldig, je lijfje slank, je karakter lief en sociaal, je gemoed gelukkig. Want gelukkig dat was je. Hoe blij was je als je een bekende zag. Als je voor mijn deur stond te miauwen en ik liet je binnen. Ik zei dan altijd “Fibibibibi” op hoge toon. En jij praatte terug door “rrroe” te zeggen. Dan hadden we het over hoe je dag was geweest. Terwijl jij je tegen mijn benen, Boefje en soms zelfs Moekie aanwreef. Die vervolgens niet anders konden dan smelten van je charmes. Zo intens genietend van het moment. Want dat deed je. Van seconde tot seconde in het hier en nu. Je had zo je standaard manieren. Die zich verweefden met mijn leven. Als de wekker ging wilde je met mijn tenen spelen. Je oren gingen dan plat, je ogen werden groot. En daarna wilde je gekroeld worden. Als ik ging douchen keek je toe vanaf de wc. Als ik de badkamer droogde jaagde je op de trekker. Als ik mijn tanden poetste ging je in de wasbak liggen. Als ik de kattenbak verschoonde ging jij er net in. Als ik naar de wc ging wilde jij met het papier spelen. Als ik mijn vaat liet staan likte jij hem af. Als ik klaar was met afwassen zocht jij naar restjes in het sop. Als ik achter de computer zat kwam je naast me liggen. Als ik op het balkon zat balanceerde jij op het randje. Als ik je buiten riep kwam je luid miauwend aan rennen. Als ik longboarde rende jij er achter aan. Je bent verweven met mijn leven, lieve Phoibe, bijzonder poesje. Je versierde iedereen die je tegen kwam. Van mens tot kat. Iedereen die je zag werd verliefd op je. Hoe vaak zeiden ze wel niet: “Wat een mooi katje.” En dan vroegen ze of je nog een kitten was. Omdat je zo mooi klein en slank was. Maar een kitten dat was je al lang niet meer. Je was een volwassen poes. Moederpoes zelfs. Eind januari 2014 werd je voor het eerst krols. Wat een hel was dat, voor ons beiden. Ik heb je toen laten dekken door Silver, een mooie Britse langhaar. Ze stonden daar nog verbaasd van je onbevangenheid. Onbevangen is een goed woord om je te beschrijven. En onbezonnen. Drachtig kwam je terug. Je groeide en groeide. Je mooie slanke lijfje werd reusachtig. En toen, in de nacht van 7 april 2014, op een maandag, begon je te bevallen. Je maakte me er voor wakker. Ik hielp je met de bevalling. Maar eigenlijk deed je het allemaal zelf. Het vertrouwen dat je me gaf met je kittens. Pas als ik thuis kwam ging je zelf eten en drinken en plassen. Je was de beste poezenmoeder ooit. Ook dat deed je geweldig. Je deed alles wat je moest doen en meer. Je prachtige kittens, Lente (Valentijn), Zomer (Jazz), Herfst (Jafar) en Winter (Bengel). Ze hebben allemaal een stukje van jou in je. Een stukje bijzondere gekke Phoibe. De dracht heeft je veranderd. Je werd er zelfbewuster door. Phoibe, je had nog een heel leven voor je. Maar plotseling was het afgelopen. Een heel leven als superpoes. Je had wel 20 moeten worden. Je had nog jaren bij me moeten blijven. En bij Boefje. En Moekie. Ik had je “oude poes” willen kunnen noemen. Of  “slome poes”. Als je dat ooit was geworden. We missen je heel erg. Iedereen die je gekend heeft mist je. Boefje zoekt de hele tijd onrustig rond. Hij mist zijn maatje. Ik mis mijn poesje. Mijn lieve, mooie, levenslustige, onbevangen, prachtige, perfecte Phoibe. Phoibe, Fieps, Flups. Dankjewel dat ik je mocht kennen en van je heb mogen houden.

Ik zal je nooit vergeten.

Liefs,

je staartloze soortgenoot Eva.

Phoibe 2

Boefje

BoefjeDit is Boefje, geboren op 18 juli 2012. Boefje is al vanaf kitten af aan bij me. Hij is een Europese korthaar met een mackerel (= gestreept) tabby vacht. Zijn basiskleur is zwart. Hier en daar heeft hij een paar witte haartjes. Qua karakter is hij lief, relaxed en zelfstandig. Hij is een fantastische jager. Zijn prooi bezorgt hij met liefde thuis af. Het liefst is hij de hele dag buiten. Thuis ligt hij vaak te slapen. Hij wordt dan graag gekroeld. Spinnen en ‘fietsen’ kan hij als de beste. In zijn gedrag lijkt hij af en toe een hond. Zo volgt hij me buiten op de voet. Hij gaat regelmatig mee hardlopen. Boefje is goed gesocialiseerd, waardoor hij zonder probleem omgaat met verschillende mensen, verschillende katten, reizen, lawaaiige gebeurtenissen en verschillende omgevingen.

Welkom!

Kat aaienWelkom op mijn site: Alles (over) Katten

Katten zijn onze huisleeuwen, tuintijgers en keukenpanters. Het zijn engeltjes en bengeltjes. Al sinds ongeveer 2000 v.Chr. houden mensen (van) katten. De Egypteraren begonnen deze fijne traditie en noemden hun huispluis Mioe of Mau. Katten hebben een heleboel liefde nodig. Maar geven deze ook terug. Zelf heb ik twee lieverds. Boefje, een gecastreerde kater, geboren op 18 juli 2012. En Phoibe, een poes, geboren op 6 maart 2013. Hoe vaak komt het wel niet voor dat ik vol zit met vragen over deze lieve doerakken? Over wat ik voor ze moet kiezen. Voedsel? Kattengrit? Speeltjes? Over socialisatie. Opvoeding? Conditionering? Gedrag? Over hun lichaam. Bouw? Werking? Over hun gezondheid en ziekte. Vlooien? Wormen? Entingen? Diarree? Overgeven? Over hun voortplanting. Krolsheid? Dekking? Dracht? Bevalling? Sterilisatie? Over een nestje krijgen. Groei? Ontwikkeling? En hoe vaak struin ik wel niet het internet af op antwoorden voor die vragen? Antwoorden die overal verspreid liggen in de diepe krochten van het www. Antwoorden die soms zo van elkaar verschillen dat je niet veel wijzer wordt. Vandaar dat ik deze blog begin. Om stukje bij beetje de wondere wereld van de kat te verkennen. Om antwoorden te vinden op vragen. Een ontdekkingstocht in het leven van de kat. En ook om te genieten van al het schattige dat ik tegenkom. Want geweldige weetjes, nieuwtjes, foto’s en filmpjes om bij weg te smelten zal ik hier ook posten. Neem je ook een duik in al die zachte vachtjes?