Tagarchief: liefde

In Memoriam: Phoibe

Lieve Phoibe,

*6 maart 2013 te Groningen – †27 oktober 2014 te Utrecht

Wat een knap poesje was je. Toen ik je op Marktplaats zag was ik op slag verliefd. Ik noemde je Phoibe. Die heeft in de Griekse mythologie de macht over de maan. We zijn je gaan halen op 4 mei. Helemaal uit Groningen. Daar leefde je de eerste weken van je leven met moeder Shiva en je 2 broertjes en 1 zusje, Qismo. Je was de dondersteen van het nest. Oh, oh, wat een energie. Als je nestgenootjes wilden slapen dook jij er nog even boven op. Ik nam je mee in de auto. We zaten samen achterin. Na wat gemieuw viel je al snel in slaap. Je was zo klein. Je paste op een hand. De dierenarts wilde je zelfs niet enten omdat je zo klein was. Eenmaal thuis liet ik je aan Boefje zien. Die moest niets van je hebben. Na zo’n 8 maanden privéaandacht peinsde hij er niet over om die met je te delen. Maar al gauw legde hij zich bij de situatie neer. Je hebt toen flink wat te verduren gehad. Hij moest namelijk zijn plaats in de hiërarchie wel veilig stellen. Jij verweerde je echter kranig met je kleine lijfje. Je liet je nooit afschrikken. Door niets en niemand. Waar Boef over ging tot ‘flight’, ging jij over tot ‘fight’. Stiekem mochten jullie elkaar al direct. Jullie vulden elkaar perfect aan. Jullie speelden met elkaar. Het was zo’n gek gezicht: Grote Boef achterna gezeten door kleine Fieps. En als jullie moe waren sliepen jullie samen. Soms wilde Boefje even rust. Maar die gunde je hem niet. Geheel onschuldig ging je dan spelen met zijn staart. En Boefje liet het toe terwijl hij je met een schuin oog observeerde. Ja, Boefje was gek op je. En ik ook. Omdat jij zo gek was op iedereen. Mijn lieve kleine Phoibe. Wat had je een levenslust. Wat had je een energie. Wat was je alert. En zo slim. Zó slim. Je probeerde op de wc te plassen. Je kon een stokje gebruiken om een speeltje onder de kast vandaan te halen. Je herinnerde je als een eekhoorn zo precies waar je alles had gelaten. Je had vanuit jezelf zo’n bijzondere energie. Zo’n drive. Je kon jezelf uren vermaken met spelen. Je verzon steeds nieuwe dingen om je spel interessant te houden. En je hield van apporteren. Dan gooide ik iets weg en ging jij het halen. Als je het dan in je bek had riep ik “Kom maar!”. En dan kwam je. Ik noemde je altijd “perfecte poes”. Een poes zoals de natuur het bedoeld heeft. Zo op en top in vorm. Je vacht glom, je ogen glansden, je conditie geweldig, je lijfje slank, je karakter lief en sociaal, je gemoed gelukkig. Want gelukkig dat was je. Hoe blij was je als je een bekende zag. Als je voor mijn deur stond te miauwen en ik liet je binnen. Ik zei dan altijd “Fibibibibi” op hoge toon. En jij praatte terug door “rrroe” te zeggen. Dan hadden we het over hoe je dag was geweest. Terwijl jij je tegen mijn benen, Boefje en soms zelfs Moekie aanwreef. Die vervolgens niet anders konden dan smelten van je charmes. Zo intens genietend van het moment. Want dat deed je. Van seconde tot seconde in het hier en nu. Je had zo je standaard manieren. Die zich verweefden met mijn leven. Als de wekker ging wilde je met mijn tenen spelen. Je oren gingen dan plat, je ogen werden groot. En daarna wilde je gekroeld worden. Als ik ging douchen keek je toe vanaf de wc. Als ik de badkamer droogde jaagde je op de trekker. Als ik mijn tanden poetste ging je in de wasbak liggen. Als ik de kattenbak verschoonde ging jij er net in. Als ik naar de wc ging wilde jij met het papier spelen. Als ik mijn vaat liet staan likte jij hem af. Als ik klaar was met afwassen zocht jij naar restjes in het sop. Als ik achter de computer zat kwam je naast me liggen. Als ik op het balkon zat balanceerde jij op het randje. Als ik je buiten riep kwam je luid miauwend aan rennen. Als ik longboarde rende jij er achter aan. Je bent verweven met mijn leven, lieve Phoibe, bijzonder poesje. Je versierde iedereen die je tegen kwam. Van mens tot kat. Iedereen die je zag werd verliefd op je. Hoe vaak zeiden ze wel niet: “Wat een mooi katje.” En dan vroegen ze of je nog een kitten was. Omdat je zo mooi klein en slank was. Maar een kitten dat was je al lang niet meer. Je was een volwassen poes. Moederpoes zelfs. Eind januari 2014 werd je voor het eerst krols. Wat een hel was dat, voor ons beiden. Ik heb je toen laten dekken door Silver, een mooie Britse langhaar. Ze stonden daar nog verbaasd van je onbevangenheid. Onbevangen is een goed woord om je te beschrijven. En onbezonnen. Drachtig kwam je terug. Je groeide en groeide. Je mooie slanke lijfje werd reusachtig. En toen, in de nacht van 7 april 2014, op een maandag, begon je te bevallen. Je maakte me er voor wakker. Ik hielp je met de bevalling. Maar eigenlijk deed je het allemaal zelf. Het vertrouwen dat je me gaf met je kittens. Pas als ik thuis kwam ging je zelf eten en drinken en plassen. Je was de beste poezenmoeder ooit. Ook dat deed je geweldig. Je deed alles wat je moest doen en meer. Je prachtige kittens, Lente (Valentijn), Zomer (Jazz), Herfst (Jafar) en Winter (Bengel). Ze hebben allemaal een stukje van jou in je. Een stukje bijzondere gekke Phoibe. De dracht heeft je veranderd. Je werd er zelfbewuster door. Phoibe, je had nog een heel leven voor je. Maar plotseling was het afgelopen. Een heel leven als superpoes. Je had wel 20 moeten worden. Je had nog jaren bij me moeten blijven. En bij Boefje. En Moekie. Ik had je “oude poes” willen kunnen noemen. Of  “slome poes”. Als je dat ooit was geworden. We missen je heel erg. Iedereen die je gekend heeft mist je. Boefje zoekt de hele tijd onrustig rond. Hij mist zijn maatje. Ik mis mijn poesje. Mijn lieve, mooie, levenslustige, onbevangen, prachtige, perfecte Phoibe. Phoibe, Fieps, Flups. Dankjewel dat ik je mocht kennen en van je heb mogen houden.

Ik zal je nooit vergeten.

Liefs,

je staartloze soortgenoot Eva.

Phoibe 2