Neem maar eens een kijkje in de supermarkt. Of de dierenwinkel. Of de groothandel. Of, nog beter, op internet. De keuze is reuze. Er worden waarschijnlijk wel over de 50 A-merken en even zo veel huismerken aan kattenvoer verkocht. Per merk is er ook weer een keur aan verschillende soorten. De prijzen variëren van spotgoedkoop tot baanbrekend duur. We willen natuurlijk het allerbeste voor onze pluizige pootjesvriend. Maar waar doen we goed aan? En waar gaat goed over in gek? Voor wat voor kattenvoer moet je kiezen? Op deze vragen en meer vind je antwoord in dit artikel.

Dierenartsen

Dierenartsen en andere voorstanders zijn van mening dat alleen het beste kattenvoer goed genoeg is. En het beste staat hierbij synoniem aan het duurste. Veel dierenartsen zullen bij een eerste bezoek, maar ook nog vele bezoeken daarna, vragen welk voer je aan je lieveling geeft. Is dit een huismerk, dan zullen ze afkeurend mompelen. Maar zo lang je kat gezond en blakend op de onderzoekstafel staat is er geen man overboord. Spelen er echter gezondheidsproblemen op, dan zal de dierenarts meer ingang vinden. Naast producten voor de normale kat heeft zijn gesponsorde voedingslijn namelijk ook speciaal dieetvoer. En dat zul je weten ook.

Critici

Critici en andere tegenstanders staan afkeurend tegenover de hele heisa rondom kattenvoer. Van hen zul je veel horen over hoe het vroeger was, over hoe gezond hun kat is en over over hoe oud hij is geworden. Vroeger aten katten namelijk mee met de pot. Hachee, geen probleem. Liklik, weg hachee. Als er nog meer honger was, moesten ze maar muizen vangen. Of ze kregen een schoteltje melk. Dat leverde helemaal geen gezondheidsproblemen op. Hun kat was in topconditie. En hoe oud hun kat er mee is geworden! En die van hun buurman. En die van hun tante. Dus waarom krom liggen voor duur kattenvoer?

Middenweg

Maar wat is nu de middenweg? Een weg die goed is voor je lieve dier én jouw portemonnee. Ik zal je hierbij een beetje de weg proberen te wijzen. Zowel op basis van mijn ervaringen als op basis van wetenschap.

Laten we beginnen bij het begin. Alle dieren eten. Eten is een bron van energie. Dit hebben dieren nodig om te overleven. Eten bevat echter nog meer dan alleen energie. Eten bestaat uit macronutriënten en micronutriënten. Macronutriënten zijn eiwitten, vetten en koolhydraten. Micronutriënten zijn vitaminen en mineralen. Verschillende soorten voedsel bevatten verschillende voedingsstoffen. Een uitgebalanceerde voeding is dan ook belangrijk voor gezondheid van lichaam en geest. Voor mensen bestaan hier geen vragen meer over. Iedereen zal dat beamen. We weten dat mensen die minder uitgebalanceerd eten vaker ziek zijn en er ongezonder uit zien. ‘Je bent wat je eet’, wordt wel eens gezegd. Maar hoe kijken we daar tegen aan bij katten? Nemen we hier de voedselkwestie wel even serieus? Over het algemeen denk ik van niet. En dat terwijl het fysiologisch gezien bij katten niet anders zou moeten zijn dan bij mensen. Ook katten hebben een uitgebalanceerde voeding nodig om in goede conditie te verkeren.

Dan rest de vraag: Hoe uitgebalanceerd is die voeding als je verschillende merken vergelijkt? Maakt het echt uit of je een zak van een huismerk of een A-merk koopt? Via Zooplus kun je van verschillende merken hun analytische bestanddelen bekijken. Omdat hier geen huismerken worden verkocht, kan ik die niet meenemen in de vergelijking. Maar laat ik Whiskas (Adult kip, €2,87/kg) vergelijken met Royal Canin (Fit, €5,19/kg). Op het gebied van macronutriënten bestaat de Whiskas uit 32% ruw eiwit, 11% ruw vet en 1,5% ruwe vezel. De Royal Canin bestaat uit 32% ruw eiwit, 15% ruw vet en 4,4% ruwe vezel. Hier lijkt een verschil te bestaan met betrekking tot het ruwe vet en de ruwe vezels (voedingsvezels). Maar dit is sterk afhankelijk van het soort voer dat je kiest. Zo heeft Royal Canin Outdoor of Indoor alweer heel andere waarden. Op het gebied van micronutriënten zitten er in Whiskas vitamine A, vitamine D3, vitamine E, calcium, fosfor, kopersulfaat pentahydraat, mangaan-II-sulfaat-monohydraat, kaliumjodide en zinksulfaat monohydraat. In Royal Canin zitten vitamine A, vitamine B1, B2, B3, B5, B6, B8 en B12, vitamine C, vitamine D3, arachidonzuur, calcium, chloride, choline, foliumzuur, fosfor, ijzer, jodium, kalium, koper, linolzuur, lysine, magnesium, mangaan, methionine, natrium, omega-3 en omega-6, selenium, taurine en zink. Zo op het eerste gezicht lijkt er veel meer aan micronutriënten in Royal Canin te zitten. Micronutriënten die soms erg eng klinken (‘arachidonzuur’). Maar tegelijkertijd zeer essentiële stoffen voor het dierlijk lichaam.

Conclusie

Wat is dan nu de middenweg? De balans tussen goed voor je dier én goed voor je portemonnee? Bovenstaande is slechts een vergelijking van twee uit duizenden soorten kattenvoer. Het staat je vrij er meer te vergelijken. Dit is op Zooplus erg nauwkeurig te doen. We hebben gezien dat Royal Canin veel meer aan essentiële micronutriënten bevat dan Whiskas. We hebben ook gezien dat Royal Canin bijna twee keer zo duur is. Het dilemma lijkt dan nog steeds te bestaan. Ik zal je helpen. Wat kost die lekkere maaltijd waar je jezelf net op hebt getrakteerd? Wat kost het tussendoortje dat je onderweg kocht? Dat verse sapje? Dat kopje koffie in een restaurant? Juist. Ik denk dat je hem wel snapt. Maar het blijft ontzettend duur. Daarom nog een laatste budgethulpje. Kijk online. Kattenvoer is via internet veel goedkoper te krijgen én wordt vaak gratis bij je thuis bezorgd. Goed voor jou, je dier en je portemonnee.